4 en 6 juni 2010 - Rabotheater Hengelo
16 oktober 2010 - Wilminktheater Enschede
Het schip is de hoofdpersoon en alle personages zijn feitelijk bijrollen die de tragische geschiedenis van het schip moeten vertellen: de Titanic verliet op 10 april 1912 voor haar allereerste reis de haven van Southampton met als doel om in New York aan te komen, maar zou onderweg een aanvaring met een ijsberg krijgen en zinken. Aan boord waren 1301 passagiers en 941 bemanningsleden, waarvan het overgrote deel zou omkomen omdat er té weinig reddingssloepen waren. Het schip had namelijk de reputatie om onzinkbaar te zijn, dus daar kon wel op bezuinigd worden. Het verhaal van de Titanic wordt verteld via de eigenaar van het schip die probeert een nieuw record te vestigen, de scheepsbouwer die weet dat het schip een té grote snelheid niet aankan, de kapitein die van zijn allerlaatste reis een zeer bijzondere wil maken, de stoker die weet dat het schip veel te snel vaart om het te kunnen blijven houden, de marconist die in blinde paniek andere schepen probeert te alarmeren, de man in het kraaiennest die de ijsberg veel te laat ziet en drie Ierse meisjes die het plan hebben opgevat om naar Amerika te emigreren in de hoop daar een beter leven te kunnen opbouwen. Tegelijkertijd gaat het over het standenverschil dat in de jaren ’10 van de vorige eeuw nog in grote mate bestond: de rijkste passagiers uit de eerste klasse die uiteindelijk de grootste kans kregen om als eerste een sloep te bemachtigen, de middenstanders uit de tweede klasse voor wie dat al veel lastiger was en de arbeiders/emigranten uit de derde klasse – letterlijk in de onderste laag van het schip – die werden opgesloten om te voorkomen dat ze eventueel een van de reddingssloepen zouden kunnen bereiken.